Heesterveld en Hoptille

Een likje verf doet het altijd goed. Het is de goedkoopste manier van renovatie. Er was een burgemeester in Albanie, die de hoofdstad Tirana geheel opschilderde. Het gaf de mensen weer optimisme. En er is een Nederlands kunstenaarsduo, dat de favella’s van latijns Amerika afreist om ze tot kleurrijke schilderijen om te toveren, zodat er ook toeristen komen en er wat verdiend kan worden.

In de Bijlmer hebben we Heesterveld, ooit de risee van de Amsterdamse volkshuisvesting, ooit bestemd tot sloop, maar inmiddels voor een derde een kunstenaarskolonie, knalhard geverfd in schitterende patronen, met kleine. sociale onderneminkjes op de begane grond, voorzien van opvallende naams aanduidingen.

Heesterveld was ooit zoals ook het nabij gelegen Hoptille het paradepaardje van de nieuwe Bijlmer, allebei neergezet begin jaren ’80, zoals ook Venserpolder, en eerder al Kortvoort, en allemaal bedoeld als anti-Bijlmers. Hier geen monumentale honingraatflats in een overweldigend groene omgeving, maar het oude, vertrouwde: middenhoge woonblokken van 4/5 etages met parkeren voor de deur, hoewel Hoptille en het daarnaast gelegen Haardstee een langwerpige parkeergarage kregen.

Heesterveld-2Heesterveld en Hoptille waren daarnaast bedoeld als experimenten voor een zeer vooruitstrevende mix van huurders, bedacht door het Amsterdamse Woningbedrijf, gemeente’s eigen woningcorporatie, die het wel interessant vond om de gewone burgerman te mengen met ontslagen gevangenis boeven, studenten, woongroepen, ex- psychiatrische patiënten en andere niche-groepjes in de sector sociale huur, zoals Antillianen. Het was de tijd van Jan Schaefer, de Amsterdamse wethouder van PvdA-huize, die voor eens en altijd de woningnood in Amsterdam wilde oplossen, en beschouwd werd als die ‘macher’, de man die eeuwige roem verwierf met zijn uitspraak ‘in gelul kan je niet wonen’. Een man die de hoogbouw van de Bijlmer haatte, hoewel ook in zijn regeeerperiode het Projectbureau Hoogbouw Bijmermeer werd opgericht olv een andere macher: stedebouwkundige/ambtenaar Paul Bos, een persoonlijke keus van Jan, en afkomstig uit de stadsvernieuwing, de Dapperbuurt om precies te zijn.

Heesterveld en Hoptille kregen ook niet de minste architecten Kees Rijnboutt, de latere bouwmeester van Nederland en o.a. ontwerper van de oude H-flats in de Bijlmer, ontwierp Hoptille, terwijl Heesterveld werd gegund aan Frans van Gool, ook een bouwmeester, maar dan van Amsterdam, en berucht plus beroemd geworden door de ooit gehaatte torentjes tegenover het Rijksmuseum en Het Breed in Amsterdam Noord. Het eigenlijke ontwerp voor Hoptille werd in handen gegeven aan een architect die toen bij Van Gool werkte: Pi de Bruijn, midden jaren ´70 als VH-ambtenaar verantwoordelijk voor de Bijlmer, en later beroemd als architect van Nieuw Amsterdam, de vleugel aan het Concertgebouw, de verbouw van de Tweede Kamer, en stedebouwkundige van Roombeek, de nieuwe wijk, die in Enschede moest verrijzen op de plek waar vuurwerk ooit bijna alle huizen wegblies.

Heesterveld-4Binnen twee jaar na oplevering waren Heesterveld en Hoptille veranderd in no go area´s, met dank aan de zigeuners, de Antillianen, de ex-boeven, andere a-socialen, niet te vergeten het compleet falende Woningbedrijf, plus de vormgeving van beide gebouwen, die in het geheel niet bij het gedrag van zijn bewoners aansloot, maar eerder elk a-sociaal gedrag versterkte. Wat dacht u van een smalle toegangspoort naar het grootste deel van Hoptille, waar de rovers en dealers hun stekkie maakten, en van parkeerplekken op de binnenkant van de twee Hoptille-delen, waar het geluid keihard ging als de auto werd gepoetst of vrienden een praatje kwamen maken. Of neem de 300 meter lange binnenstraat in Hoptille waaraan studenten, ex-boeven en Antillianen kwamen te wonen die er hun honden uitlieten en de vuilniszak deponeerden.

Hoptille en Heesterveld konden wedijveren met Gliphoeve, Bijlmers meest beruchte flat, die een grote renovatiebeurt kreeg in de jaren dat Hoptille en Heesterveld gebouwd werden, een renovatiebeurt waarbij iedere Gliphoevenaar werd uitgeplaatst en alleen onder bepaalde condities kon terug komen, en vele 4-kamerwoningen werden gesplitst in een grote en een kleine 2-kamerwoning voor studenten en andere alleenstaanden. Twee jaar na de bouw van Hoptille werd de binnenstraat gesloopt, en werden de daaraan gelegen woningen bereikbaar gemaakt door buiten geplaatste trappen. Heesterveld kreeg het ene na het andere beheersplan.

03_heesterveld_collage

Inmiddels is Hoptille redelijk onder controle, en de nieuwe eigenaar van Heesterveld, woninggigant Ymere – de commerciële opvolger van het Woningbedrijf –  ontwikkelde de afgelopen jaren eerst het idee om het gebouw geheel te verbouwen tot iets prachtig nieuws, lanceerde daartoe ook een ontwerpwedstrijd, maar kwam snel daarop met het plan het buurtje geheel te slopen. De crisis voorkwam dat. Heesterveld mocht blijven, althans voorlopig, met in het grote blok sociale huurders en in het kleine blok een broedplaats voor kunstenaars en culturele ondernemers. Zo gaat dat met favella´s, waar je bepaalde mensen niet meer wilt hebben, waar je wilt slopen en een tijdelijke bestemming zoekt tot je wel sloopgeld hebt en toch nog wat huur wilt vangen, plus een leuk imago. De kleurtjes vertellen het verhaal. En wij in de Bijlmer hebben er een toeristen locatie bij, maar als u komt, loop dan ook verder, door de poort naar het grote complex. Het is er minder kleurig, maar gelukkig schoon en er wonen gewone mensen. De armoedige trappenhuizen detoneren een beetje. De drie laatste foto´s komen van het sociale huur deel. Daartussenin nog een collage van het afgeschoten nieuwbouwplan.

Heesterveeld-6Heesterveld-3

%d bloggers liken dit: