Kwakoe: ons festival

kwakoe-2014,-0032In Suriname is (was) het de gewoonte om onder de naam Sport in het weekenden voetbaltoernooitjes te organiseren met een braderie, muziek en een markt. Begin jaren ’70 landt Sport ook in de Bijlmer op een voetbalveld bij de H-buurt, een plek waar nu de Amsterdamse Poort zich uitstrekt. In ’75 krijgt de jonge Chas Warning een 1000,00 gulden van de Stichting Interim Beheer (een categorale welzijnsinstelling voor Surinamers en Antillianen) om het toernooi wat professioneler te maken.

Het Kwakoe Festival is geboren, vernoemd naar het jongerencentrum Kwakoe waar Warning ook voorzitter van is en er zich later tot directeur uitroept. Het Festival verhuist ook naar het Bijlmerpark. Een festival van zes weekenden in de zomer met een toernooi voor voetballende mannen, die de eer van een sponsor verdedigen, zoals de Esajas-boys voor trainer-voorzitter SV Bijlmer, Emile Esajas. Er is een muziekpodium en het aantal kramen met etenswaren, drank en andere artikelen groeit in razend tempo. Het Festival groeit uit tot de grootste hossel van de Bijlmer, vaak met complete families, waarvan de leden eten komen bereiden, de boel verkopen en hand- en spandiensten verrichten. De kramen krijgen balies en overdekte terrassen, die in elkaar worden getimmerd met sloophout en zeilen. Er komen ook danszalen, er is een cultuurtent, en al snel heeft elk hosselpunt zijn eigen geluidsinstallatie met de volumeknop op voluit. En het wordt drukker en drukker, met dank aan alle hosselende families die hun eigen mensen aantrekken en de behoefte elkaar te zien. Kwakoe wordt het jaarlijkse treffen van alle, hoewel vooral creoolse Surinamers in de Nederlandse diaspora. Het wordt onder andere gevierd met grootse ontvangsten van Suriname’s trots, de voetballende elite, zoals vertegenwoordigd door Ruud Gullit; later met Surinaamse politici uit het moederland zoals president Wijdenbosch; en ook Nederlandse politici als Wim Kok komen zich laten toejuichen.

kwaku-ruud-gullitKwakoe wordt big business, hoewel de hosselende ‘middenstander’ niet de grote winnaar is, want die heeft geld kostende verplichtingen aan veel familieleden en draagt de risico’s van slecht weer. Groot verdieners zijn de jongens van jongerencentrum Kwakoe, die de kramen verhuren en de inschrijvingsgelden innen van de voetbalteams. Ze verwerven natuurlijk ook veel macht, want zonder hen geen zomerhossel, macht die ook een gunst voor de verhuurder kan opleveren. En in sommige gevallen wordt een bepaalde gunst zo verlangt, dat de pacht in prijs verlaagd wordt.

Onder leiding van Winston Kout – die op zeker moment het festival bij het jongerencentrum weg haalt – krijgt het festival een nieuwe boost. Er komen steeds meer echte tenten, die ook groter en groter worden, en de stadsdeelorganisatie, vanaf ’87 de politieke baas van Zuidoost, omarmt het als visitekaartje naar heel Nederland en daarbuiten. Het wordt de lokale trots, al snel gepresenteerd als het grootste multiculturele festival van Europa. Het stadsdeel zet er ook zijn eigen enorme tent neer, waarvoor het onbehoorlijk veel betaalt, en juicht om het hardst mee als Kout de bezoekersaantallen tot steeds onwaarachtiger getallen opschroeft. Hij gaat tot een miljoen, terwijl 250.000 eigenlijk het maximaal haalbare is. Het maakt de sponsors niet uit. Bedrijven melden zich, maar ook het arbeidsbureau, de vakbond en bijvoorbeeld het leger. En Kwakoe verwelkomt ook de West-Afrikanen als wederverkopers en bezoekers.

En dan zet de neergang zich in, gedreven door steeds meer gehossel die bijvoorbeeld het muziekpodium laat verdwijnen terwille van minder uitgaven en meer winst via tentverhuur. Het voetbaltoernooi is tanende. Kwakoe verwordt tot een grote, commerciële braderie. Er komen ook steeds meer verhalen naar buiten over grote schulden aan het stadsdeel zoals niet betaalde rekeningen voor precariorechten, onderhoud en herstel aan het park en de opruiming van achter gelaten troep. De kooplieden klagen over stijgende prijzen en oneerlijke behandelingen. De tentverhuurders zijn ontevreden.

kwakoe-17-juli-028Winston Kout en zijn club kunnen vertrekken. Er komen diverse schimmige stichtingen die tussen 2008 en 2012 Kwakoe weer op de been moeten helpen. Ze maken er vooral een nog grotere puinhoop van. In 2011 is er zelfs helemaal geen festival terwijl het in 2012 een grote soap wordt, met een festival-voorzitter, Emile Esajas, die vanwege frauduleuze praktijken door zijn eigen bestuur wordt afgezet, een tentverhuurder die al zijn materiaal dreigt weg te halen en opnieuw grote schulden. Het stadsdeel olv Tjeerd Herrema PvdA, opvolger van de weg gestuurde Marcel la Rose, neemt dan eindelijk en definitief het roer over. Het festival wordt over gedragen aan een Nederlands bedrijf, dat jaarlijks de herdenking van de slavernij in het Amsterdamse Oosterpark organiseert en die voor het inhoudelijk programma de Surinamers Ivette Forster en Vincent Soekra inschakelt. Die taak krijgen ze nu ook voor het Kwakoe Festival.

In 2013 is het Festival terug, met in 2015 nog slechts vier weekenden, met twee grote muziekpodia, voetballen op de nabij gelegen velden van Zuidoost United, hekken om het terrein en stijgende entreegelden. Sponsors blijven voorlopig weg, maar de bezoekers aantallen zijn goed met een oplopend aantal ‘witte’ Nederlanders. Het is een keurig, goed georganiseerd festival geworden, in 2015 nog uitgebreid met speciale muziekoptredens op de vrijdagavond.

kwakoe-2014,-0073Foto bijschriften, van boven naar beneden: Kwakoe 2014; Ruud Gullit met Kwakoe-leiders Marcel la Rose (2de links naast Ruud) en Chas Warning (rechts); mislukt festival in 2012; Kwakoe 2014

%d bloggers liken dit: