Maandelijks archief: mei 2020

In Kempering branden de kaarsjes voor nieuw geld

De symbolische / religieuze functie van een kaars is licht geven in de duisternis. Of God bedanken. Of naar boven doorgeven dat je denkt aan jouw dierbare daar hoog in het zwerk. Of de soldaten danken voor hun offer het leven te laten voor ons. Het vlammetje zelf staat weer symbool voor de ziel. Zo zijn er mensen die denken dat iemand sterft als de kaars dooft. Maar ga je 600 kaarsjes in rode houders gevat aansteken om van een garage afscheid te nemen dan imiteer je een veld van eer, waarmee je zij, die voor ons vielen, schoffeert. Een garage is slechts een constructie om auto’s op te bergen. Als je hem sloopt, gaat geen ziel, geen mens verloren. Het uiteindelijk vermalen beton komt terug als wegdek, de grond waarop hij rustte wordt houder van een nieuw leven.

Met het verdwijnen van een garage, in dit geval die van Kempering, gaat natuurlijk ook een andere, mogelijke toekomst verloren, beschreven in plannen die kansen zien in hergebruik van oude materialen en constructies. Die plannen werden echter weggevaagd, omdat de gemeente er niet in wilde geloven. Zij voorzag meer financiële opbrengst door grondexploitatie met nieuwbouw van huizen dan wel bedrijven. De oude ziel van de Bijlmer, zoals de in beton gegoten flatgebouwen en daarbij behorende hoge wegen en garages, was voor haar slechts een spook uit een verleden, toen politici, architecten, ambtenaren en burgers droomden van een nieuw heil brengend concept van samen wonen. En nog erger, het was een ontzettend vervelende kostenpost, een miskleun van jewelste, hoewel vele kinderen, die daarin opgroeiden, de heimwee blijvend voelen.

We leven nog altijd in het tijdperk van de gebiedsontwikkeling, waarbij de opbrengsten een alles overheersende rol spelen. De eeuw van groei: steeds hoger, steeds meer, nooit genoeg. De sloop van garage Kempering werd ook een project van erfgoed, waarbij niet de ziel van het gebouw centraal stond, zijnde een onderdeel van de oude Bijlmer, maar de kansen die het bood om allerlei projecten te organiseren, die voorzagen in het levensonderhoud van betrokkenen. Iets is tenslotte alleen van waarde als je er wat mee kan verdienen, zoals ook de sloper zelf zal beamen.

Het was dus vanavond 20 mei een plechtige her- en gedenking in coronatijd, waardoor slechts enkele tientallen mensen konden deelnemen, de bewoners van de buurt uitgezonderd. Het was strikt voor genodigden, met daarbij wel een ‘wethouder’ en een lid van de bestuurscommissie stadsdeel. Vanuit de nog bestaande pinkstergemeente in het gebouw mochten de 30 uitverkorenen een 30 kaarsen brengen naar het veld van eer en werden begeleid door een bazuinorkest, in Suriname altijd van dienst als er een begrafenis is. Er was ook een eindeloos optredend amateurkoor met geestelijke liederen in een taal en melodie, die alleen Ghanezen machtig zijn. Het was een gedenkwaardige avond. De kaarsjes kunnen uit.

De villa’s van Gaffar

de moskee van Haffmans, 1985

Op 10 april jl. verscheen er in Het Parool een gedenk-artikel over de overleden voorzitter van de Taibahmoskee op Kraaiennest: Muhammad Gaffar. Hij werd geprezen als de bouwheer van het gebedshuis uit 2006, dat bovendien was uitgerust met een winkel, een bibliotheek en een drukkerij. Ik heb ze bij mijn bezoeken aan de moskee nooit gezien. Ik zag op de begane grond wel een keuken en een grote, betegelde, vooral nogal lege ruimte voor allerlei bijeenkomsten.

De moskee van Gaffar was ook niet de eerste. De eerste moskee, op dezelfde plek, werd opgeleverd in 1985 dankzij een rijke sjeik uit Pakistan. Het was een bescheiden, minimalistisch gebouwtje, prachtig in al zijn eenvoud naar een ontwerp van architect Paul Haffmans die eerder in de Bijlmer de sociaal-culturele wijkaccommodatie Ganzenhoef tekende. Dit gebouw onder garage Gliphoeve zou nooit tot leven komen, omdat de gemeente botweg weigerde er veel tijd en poen aan te spenderen. Het kreeg een roemloos einde in de jaren ‘90 toen de Bijlmer met veel sloop op de been werd gehouden. De moskee van Paul werd later vergruisd omdat het gebouw te klein werd. De nieuwe moskee was niet alleen veel groter, maar ook traditioneler, geen Hollands ontwerp in de stijl van het nieuwe bouwen, maar een soort replica van de alom als moskee herkende gebouwen uit de Orient.

Droomzone nr. 11

Gaffar laat nog een erfenis na: de twee grootste villa’s in de Droomzone, een strook bebouwde grond aan de ‘sGravendijkdreef tussen Kantershof en Groenhoven, met in de rug de villa’s van Geerdinkhof, enkele scholen en het seniorencomplex De Garstkamp. Het is een project van toenmalig wethouder Emile Jaensch uit 2010-2011, dat de Bijlmer moest voorzien van luxe woningen, die de kopers naar eigen behoeften mochten bouwen. Het stadsdeel deed niet veel meer dan grond uitgeven en wat minimale eisen stellen, zoals een gemetselde muur rond tuin en huis en een 3de etage die niet groter mocht zijn dan de helft van de beschikbare oppervlakte.

Het werd een moeizaam project, want de verkoop cq bouw ging stroef en de kleinere villa’s zijn tot dit moment nog bezig met de afbouw. De twee naast elkaar gelegen villa’s van Gaffar werden vrij snel neergezet, maar bleven jaren steken bij onaf. Het raakte wel bekend dat de huizen voor twee dochters van Gaffar bestemd waren, maar waarom werd er dan niet doorgebouwd en ingericht en hoe zat met de regel dat in Amsterdam een woning niet langer dan een half jaar leeg mocht staan. Op zeker moment kwamen er echter weer bouwvakkers langs, werd er puin weggereden, stond er wel eens een auto, gingen er spullen naar binnen en werden tenslotte beide villa’s dicht getrokken met flashy gordijnen en luxaflex. Daar bleef het bij. Er ontbreekt tot heden een huisnummer op de linker villa. Je herkent geen echte voordeur, je ziet onkruid groeien tussen de volledig betegelde grond rond het huis en bij de rechtse villa staat een auto onder het afdak. Verder geen spoor van leven.