Maandelijks archief: juni 2021

Shebang#!: op weg naar een verbeterd paradijs

Het mag duidelijk zijn, dat wij het in deze tijden niet meer redden zonder kunstenaars. De kunstwereld heeft dat vastgesteld. Zonder kunst geen verlossing.

En zo verwelkomen wij in Zuidoost ‘Shebang#!’, een begrip (shebang) dat verwijst naar alles wat je moet doen om iets voor elkaar te krijgen, en via ‘#!’(de verkorte schrijfwijze van shebang) naar het startpunt van die operatie. Toen het woord in Amerika werd uitgevonden, betekende het gewoon een ‘rustiek huis’ of een ‘hut’.

Shebang draait de eerste drie maanden van zijn bestaan om vijf kunstenaars uit de UK en NL met voorouders uit de koloniën. Hun broodheren zijn het CBK Zuidoost, Imagine IC en BijlmerParkTheater. Hun opdracht aan de door hen gecontracteerde ‘makers en denkers’ is om binnen het thema ‘Radicale (!) Ruimte’ te bedenken hoe wij (het volk) onze relatie met onze bestaande ruimte kunnen dekoloniseren en wij tegelijkertijd nieuwe vormen van gastvrijheid, ontmoeting en samenzijn krijgen aangereikt.

Hoera, dachten wij, straks zijn we geen kolonie meer, maar vervolgens keken we elkaar verschrikt aan: “Wie is onze koloniale machthebber, die onze ruimte heeft ingepikt?” We wisten het niet, maar ach, dat van die radicale ruimte snapten we ook al niet, dus het zou wel goed zijn, want waar heb je anders mensen voor, die betaald en wel voor jou mooie dingen bedenken. Op naar het nieuwe samenzijn, als het maar niet teveel moeite kostte, de instructies simpel en kort waren en iedereen mee zou doen.

Vrijdag 11 juni was het zover. Onze nieuwe manier van omgaan met ruimte werd aangevat op het K-plein, naast de Karspeldreef en haaks op het metrostation. Poernima Gobardhan staat om half zes ‘s middags klaar voor een dans. Met haar bewegingen wil ze ook bijdragen aan ‘het palet van bestaande verhalen’, zo staat op de website van Shebang geschreven. Voor een klein publiek van enkele organisatoren, wat voorbijgangers, die her en der plaats nemen, en ingehuurde fotografen scheert ze dansend, huppelend, rennend en met de hakken klakkend over de tegels van het plein, soms uit het zicht verdwijnend, omzwermd door de fotografen. Ze verkent de ruimte zou je kunnen zeggen, bemeet haar en proeft haar, de okergele rok tot aan de voeten waaierend rond de benen. De organisatoren juichen blij: prachtig die lijnen die ze maakt tegen de achtergrond der gebouwen. En ze merken op dat het weinige publiek het blijkbaar apprecieert, hoewel soms fietst er iemand stug doorheen. Zo leuk.

Er gaat de komende drie maanden dus meer komen. Wat weten we niet, maar er zijn teksten van de vier overige, jonge kunstenaars, waar je een zekere voorspellende waarde aan kan toekennen.

Zo zet Adama Delphine Fawundu (UK) in op identificatie, verbinding en gemeenschappelijkheid en zij herinnert ons eraan dat “Afrikaanse rituelen, gebruiken en kennis over zorg, heling en intimiteit een grote rol spelen in hip hop culture in de diaspora.”

Rohan Ayinde (UK) ziet er naar uit om samen met de andere kunstenaars een alternatief te bieden voor “de logica, structuur en orde die Zuidoost hebben gemaakt tot wat het nu aan het worden is.”

Smita gaat op zoek naar “methodieken binnen de hiphopcultuur die ruimtelijke uitwerkingen van socio-economische machtsstructuren omdenken.” En Deekman gaat iets doen met spiritualiteit, dans en natuur.”

Tja, wat moet je er van denken. Het zweeft nogal, en is zeker pretentieus. Je zou kunnen zeggen dat vanuit andere culturen getracht gaat worden de bestaande cultuur in Zuidoost op een ander fundament te zetten. Weg met de Nederlandse cultuur, die haar gemaakt heeft. En dat dan in coöperatie met bewoners, winkeliers en projectontwikkelaars, zoals wordt gezegd. Ook een mooi streven., al klapper je even met je oren. En het is natuurlijk een andere manier dan die kunstenaar Constant hanteerde met zijn bouwwerken voor New Babylon: een ongebonden, vrije wereld voor de mens die vooral wil leven. Constant moest bakzijl halen, net zoals de kunstenaars voor hem: de expressionisten en constructivisten van 1900-1940, die geloofden in de heilzame werking van kleuren, in oosterse spiritualiteit, vrije sex en het ware communisme. En onder hen waren architecten als Le Corbusier en Van Eesteren, die naar een heilstaat streefden middels het scheiden van de functies wonen, werken, verkeer en recreatie, waar de Bijlmer weer een product van was. Een stad met woongebouwen in het groen, gericht op zowel individualiteit als collectivisme, en gelijke woningen voor eenieder. Weg met het onderscheid tussen mensen. Dat is natuurlijk niet echt gelukt, maar anderzijds: juist dat uniforme, wijdse karakter van de Bijlmer heeft een open samenleving voort gebracht.

Shebang heeft er geen oog voor. En de vraag is dan: hebben wij kunstenaars dan wel kunstenaars in de rol van sjamanen nodig om ons vooruit te helpen en welk inspirerend perspectief hanteren we dan? Het moet in ieder geval meer zijn dan een doelstelling als het tegenhouden van de klassieke gentrificatie, zoals de organiserende clubs opeens uit de blue als target neerpennen, verwijzend naar de nieuwbouw op Amstel 111. Dat doel spreekt vanzelf. De Bijlmer Vernieuwing heeft al genoeg arme mensen verjaagd. Laat ons vooral gaan werken aan krachtige bewonersorganisaties.