Ooit had ieder flatgebouw in de Bijlmer zijn eigen garage. Op dit moment zij er nog een paar in gebruik: Gouden Leeuw, Groenhoven (koopflats), Hakfort, Hoptille, Haardstee en Hogevecht. En daarnaast staat er nog Kempering: een zwaar aangeslagen gebouw dat op zijn doodsklap wacht of toch nog een nieuwe toekomst tegemoet gaat. Onderzoek en politieke wil moeten uitmaken of het gebouw voor niet al teveel geld te hergebruiken is als bijvoorbeeld woonlocatie en huisvester van sociale en culturele projecten. Het beton dat er nu staat, moet een zodanig financieel voordeel opleveren, dat er voorzieningen mogelijk worden, die met nieuwbouw niet gerealiseerd kunnen worden. En het gaat dan om voorzieningen als bijvoorbeeld een museum, een bios op het dak, een horecatent en een parkeerlaag, die de buurt meer leven schenken. Het onderzoek is overigens al vele jaren bezig en heeft tot heden alleen negatieve, al dan niet politiek gestuurde uitkomsten opgeleverd. Op dit moment loopt er dus een ‘laatste’ onderzoek, dat moet leiden tot een besluit, dat uitgevoerd wordt. En dat besluit stond al voor 2014 gepland.
In de K-buurt zijn er in ieder geval bewoners die het lelijke, vervallen monster het liefst zouden slopen. Het is volstrekt onduidelijk waarom ze niet een mooi plan zouden willen omarmen, dat de buurt een karakteristiek gebouw oplevert en de buurt opkrikt. Andere bewoners willen het gebouw wel behouden als het maar niet ten koste gaat van een zogenaamd bruisend plein bij het metrostation. Het actiecomité ‘Hart voor de K-buurt’ maakt zich daar sterk voor.
Er is nog een belang dat speelt: de waarde van de garage als cultureel erfgoed. De garage hoort tenslotte bij een roemrucht verleden van een Stad van de Toekomst, zoals de Bijlmer ooit betiteld werd, waar een hoofdrol werd opgeëist door halfhoge wegen en daarop aangesloten garages. Samen moesten zij ervoor zorgen dat het ‘maaiveld’, het park rond de flatgebouwen, zo veilig, zo ruim en sociaal mogelijk was. Het is een idee dat inmiddels grotendeels gesloopt is, maar de oude structuur van de Bijlmer is nog altijd zichtbaar. Kijk naar de verhoogde metrobaan in het Bijlmer Museumgebied, kijk naar het groen dat gebleven is en kijk naar de ligging van de dreven.
Het behoud van een oude garage, en Kempering is daarvan een uitstekend voorbeeld, houdt dus ons verleden in stand. En het draait dan niet alleen om een verleden met bouwwerken en een bepaalde stedebouwkundige structuur, maar ook om herinneringen van mensen die in de oude Bijlmer woonden en opgroeiden. De garages waren meer dan betonnen dozen waar je auto’s in opborg. Er zaten op zeker moment ook bedrijven en voorzieningen in, zoals restaurants; ze fungeerden als expozalen voor grote kunstmanifestaties; ze waren jachtgebieden van junks en dieven; je kon er spelen; je kon er een kerk in bouwen (in Kempering huist trouwens nog altijd een Pinkstergemeente); en in een ver verleden voerden bewoners harde acties tegen het betaald parkeren in de garages. Ze waren ook beangstigend omdat ze zo vuil en leeg waren, want in de Bijlmer waren altijd veel te weinig auto’s om de garages te vullen. Ons stadsdeel heeft zelfs vergeleken tot de andere stadsdelen in Amsterdam tot heden het minste aantal voertuigen per bewoner.
De garages zijn dus een essentieel onderdeel in onze geschiedenis, zoals een oude boerderij in een dorp, waarin nu een hip restaurant zit, een leeg gelopen kerk, een molen aan de waterkant. Kempering moet dus behouden blijven, het liefst met een parkeerlaag en een plek om aan je auto te sleutelen.
Laatste nieuws. Donderdag 7 november 2019 was er een soort officieel afscheid van de garage, die toch in de komende jaren gesloopt zal worden. Een select gezelschap kwam daarvoor bijeen om elkaar nog wat te vertellen en de garage zelf te bezoeken. De Ghanese kerk krijgt na de sloop een nieuwe ruimte op het vrijkomende terrein. Een verhaal over het afscheid vindt u op de website ‘Metro in de Bijlmer’.