Maandelijks archief: april 2014

Waarheen gaat het BijlmerMuseum?

InteriorDuplexHet BijlmerMuseum gaat over alle aspecten van de Bijlmer geschiedenis. Een echte focus ontbreekt echter nog. Het zou het nieuwe bouwen kunnen zijn, de CIAM-ideologie, waarvan de Bijlmer ooit een pracht exemplaar was. Of de hoogmoed van trotse steden, die de wereld een poepje willen laten ruiken. De Bijlmer werd door almachtige PvdA clan in eendrachtige samenwerking met de CPN indertijd niet voor niets de Stad van de Toekomst genoemd. De focus zou ook volkshuisvesting kunnen zijn, want in de Bijlmer werden ooit de mooiste woningwetwoningen gebouwd, net zoals overigens in Ommoord, Rotterdam, en bijvoorbeeld Het Breed en Molenwijk in Amsterdam. Wij van het museum omschrijven de Bijlmer altijd als het hoogtepunt van de woningwet van 1901.

Het zou ook kunnen gaan over de Stad van Aankomst ofwel de plek waar arme landverhuizers naar toestromen in hun zoektocht naar een beter leven en meer geld. Een zoektocht die internationaal is geworden, terwijl in de 19de eeuw de landverhuizers vooral uit Nederland, Drente bijvoorbeeld, en ook uit Duitsland kwamen en in Amsterdam de Pijp, de Dapperbuurt, de Jordaan, en de Kinkerbuurt bevolkten. Ze werden later gevolgd door Italianen en Spanjaarden, samen met gedwongen verhuizers zoals de Molukkers en de Indo’s, en weer later door Turken, Marokkanen en rijksgenoten uit de west. En sinds de jaren ’80 komt de gehele wereld, uit alle landen waar mede dankzij ons armoede wordt geleden. De wereldeconomie schept zijn eigen migratiestromen.

bannerBTMEen geschiedenis-museum is vaak een plek waar de stad of het dorp zijn juwelen laat zien, zoals de statie portretten der Belangrijke Heren in het Amsterdams Museum, of de oude broodkar en andere gebruiks-voorwerpen uit een landelijk, ver-romantiseerd verleden. Het zijn meestal geen musea die een kloppend hart van een stad of dorp zijn. Ze zijn niet de plek waar het volk zijn geschiedenis deelt en waar ze uitgedaagd worden de toekomst ter hand te nemen, met mede neming van dat verleden. De geschiedenis musea worden vooral bezocht door toeristen, zeker bij regenachtig weer of als er verder weinig te doen is, of omdat de vakantiebus er stopt. Het is het grote probleem van het Amsterdams Museum. Amsterdammers komen er niet.

Als het aan ons ligt, worden we een kloppend hart. We gaan op pad, zoekend naar een goede locatie en een goed programma. We zullen ons onder meer verdiepen in twee musea, die zo dicht mogelijk tegen de geschiedenis en de werkelijkheid van alledag aanschurken. Je vindt er een in Kaapstad en een in Brazilie, dat zich presenteert als het museum van de favella.

U hoort nog van ons.

De 1ste foto komt van de Braziliaanse site, de 2de toont district 6 in Kaapstad.

Hieronder de Bijlmer in 1626, toen het meer voor de 1ste keer werd droog gemalen en in percelen akkerland werd verdeeld. Linksonder bij de molentjes ligt het gebied dat nu door tuinstichting De Vrijbuiters aan de rand van de Bijlmerweide, in de kom van de Provincialeweg, beheerd wordt. In de jaren ’60 lag daar de volkstuin van meneer Braam, die met grootouders en broers en kinderen woonde aan de Bijlmerringkade, nu een fietspad bij het tuincomplex. Hij moest zijn tuin en zijn huis opgeven, want de hele oude Bijlmer moest plat voor de Stad van de Toekomst. De huizen gingen weg, zo niet de tuinen. Anno nu wonen de drie zonen van de oude heer Braam nog altijd in de Bijlmer: Ton, Jan en Rien, in Geerdinkhof en Groenhoven. Over hen later meer.

kaart bijlmer 1626

De kinderen van de Roze Panter

indianendorpVele tientallen kinderen uit de EG en GK buurt vooral vonden eind ’80 en jaren ’90 hun 2de huis in de Roze Panter. Het was een ruimte van 130 m2 groot in de collectieve ruimten van Grubbehoeve, met aanpalend een bioscoopje, waarvan het slechts door een deur gescheiden was, en via een trapje met het buitengebied: bomen, gras, bloemen, een vijver, bankjes en tafels. Qua accommodatie dus ideaal. En het werd nog beter door de inhoud: twee ‘moeders’: Karin Moor de officiële welzijnswerker en Tessa, afwisselend gesecondeerd door oudere broertjes en zusjes plus echte moeders van de kinderen, flat- en buurtbewoners.

Het was geen kinderopvang, geen kinderverblijf, geen kindersoos, maar bovenal een veilige plek waar bijna alles kon en zeker alles bespreekbaar was. Je kon er als kind bijna elke middag terecht om je verhaal te doen, te spelen, te dansen, te lezen of gewoon gek te doen; op vrijdag deed je met z’n allen de inkopen van het eten, de bereiding, het eten, het opruimen en de afwas; er was bijna maandelijks een filmzondag; en in de vakanties ging je erop uit of bouwde je een indianendorp. Ook uniek in het welzijnswerk: er golden geen leeftijdsgrenzen. Hoewel vooral bedoeld voor kinderen rond de 10-12, mochten jongere broertjes en zusjes meekomen, zodat het Roze Panter kind niet thuis hoefde te blijven om op hen te passen. Kinderen, die ‘te oud’ werden mochten blijven komen en werden vaak vrijwilliger.

snapshots-29snapshots-34En iedereen kwam, uit elk soort gezin, uit welk land of welke cultuur ook. Ze werden een groep, waarvan velen elkaar, tot op vandaag, nooit uit het oog verloren. Facebook is vaak het medium.

De Roze Panter werd opgeheven toen Karin ander werk kreeg en de welzijnsorganisatie, die het gebeuren officieel onder zijn hoede had, de boel liet lopen en al gauw geen idee meer had wat de kracht van de Roze Panter was: een huiskamer met een heleboel nieuwe vriendjes, lieve, inspirerende ‘ouders’, die je niet alleen opvingen en je de ruimte gaven, maar je ook voorbereidden op goed burgerschap en verdere zelfontplooiing.

23 november 2013 was er een reünie in wat vroeger De Blauwe Zaal en de Nachtegaal was. Van de 90 aangeschreven kinderen verschenen er ruim 30 plus soms hun ouders, plus vrijwilligers. Ze zongen hun lied: Overal waar we heen gaan, vragen de mensen, wie wij zijn en waar vandaan en dan antwoorden wij: wij zijn van de Roze Panter, uit die knettergekke Bijlmer…

Er werd een video gemaakt, nu te zien op You Tube, en voor de 23ste november was er al een eigen Facebook-pagina.

snapshots-31

En weg is ons stadsdeel

MetroindeBijlmer

Het waren lieve tijden in het begin van ons stadsdeel, dat in 1987 officieel werd geïnstalleerd door burgemeester Van Thijn: een artikel 61 bestuurscommissie met gedelegeerde beleids- en uitvoerende taken. Het is nu vanaf deze week nog altijd een artikel 61 bestuurscommissie maar dan zonder beleidstaken. Het is een soort uitvoerend en adviserend comité voor het Dagelijks Bestuur en de Raad van de Gemeente Amsterdam. Het lijkt een beetje op het oude wijkopbouwwerk, in de Bijlmer uitgevoerd door het Swob, dat ook enkele professionals in dienst had, hoewel met veel minder salaris dan Dalgliesh, Vyent en Jaench, een ledenraad had en een bestuur van betrokken bewoners, waarvan altijd een aantal namens de politieke partijen, zoals Els Verdonk, het latere db-lid in het stadsdeel. Mart van de Wiel, het latere stadsdeelraadslid,  was een professional bij het Swob, hij was de opbouwwerker.  Het opbouwwerk verdween toen het Stadsdeel een…

View original post 775 woorden meer