De woningen op Kanaleneiland in Utrecht, een wijk nogal ver van het centrum, zijn hele gewone, maar heldere en lichte doosjes, in lange rijen van vier woonlagen gestapeld op een onderhuis, gelegen aan brede lanen met autovakken. Ze refereren aan De Stijl, Bauhaus en CIAM, zijn van na de oorlog, jaren ‘50-’60, in uniforme systeembouw gefabriceerd, en waren bedoeld voor de (sub)modale burgerman die zich ruimte, licht en moderniteit zocht. Zoiets als de Bijlmer dus, maar dan veel platter, minder ruim, zonder collectieve ruimten, garages en verhoogde wegen. En ook daar, op die niet al te brede, rechthoekige strook van een soort schiereiland tussen twee rechte kanalen, ontpopte zich een Stad van Aankomst, in dit geval van Turken en Marokkanen, die ertoe leidden dat er sloopplannen werden ontwikkeld. En dat bracht weer een miljoenendeal op, waarmee uiteindelijk zo’n 51 miljoen gemoeid was.
Het begon dus met een sloopplan, maar het werd verkoop. Gemeente Utrecht en eigenaren van de huizen – de wbv’s Mitros en Portaal – rekenden zich rijk toen Adventicum zich meldde, een joint venture van de staatsbank uit Qatar en Credit Suisse, een bankinstelling van durfkapitalisten, die mede de bankcrisis van 2008 veroorzaakten. Adventicum wilde de boedel voor 0 euro overnemen en als dat kon zou het de gemeente 30.000,– per woning betalen: voor de grond, de bestrating, aanleg van groen etc. De woningen zou het verder mooi opknappen en daarna tegen goed geld gaan verhuren. Premiehuur dus, die beter verdienende bewoners naar Kanaleneiland zou trekken. Dat leek de verkopers en gemeente prachtig. Het aanzien en de aantrekkingskracht van de wijk kon daar alleen maar beter van worden. Ze zeiden dus ja, en dat deed natuurlijk ook bouwbedrijf Heijmans, die in de wijk al volop met renovatie-werkzaamheden en nieuwbouw bezig was. Midden 2016 werd het allemaal beklonken en als bonus verwierf Adventicum ook nog het recht om de woningen, indien het dat wenste, later aan de zittende (nieuwe) huurders te verkopen.
Een jaar later, toen Heijmans de boel gerenoveerd had, verkocht Adventicum zijn bezit aan geldschieter Rubens Capital Partners, gevestigd op de Amsterdamse Zuidas en het Canadese bedrijf Capreit, die de woningen via een Nederlandse vestiging zou gaan verhuren. Adventicum had toen de boel voor 29 miljoen opgeknapt en verkocht het voor 51 miljoen. De prijs van de woning steeg zo van 115.000 naar 203.000 euro. Tel uit uw winst. De huren werd vastgesteld op 850 a 1.000 euro per maand en bleken al snel geen huurder tegen te houden. De volgende winstronde ligt natuurlijk bij de verkoop van de appartementen. 50 à 100 duizend euro’s per stuk lijkt geen gok.
Iedereen gelukkig dus, vooral het systeem dat we kapitalisme noemen. Maar het zou natuurlijk heel wat socialer zijn geweest om de woningen casco (inclusief renovatie van het gebouw zelf) aan potentiële kopers aan te bieden, gelijk bij Kleiburg gebeurde. Hoewel beide renovaties onvergelijkbaar zijn, betaalde de nieuwe Kleiburger ook zo’n bedrag als 115.000 of minder als het om een kleine woning ging. Vanzelfsprekend wordt op deze manier evenzo het kapitalisme gespekt. Iedere eigenaar van een Kleiburg appartement haalt immers bij verkoop gemakkelijk 50% of meer winst op zijn aanschafprijs. Maar goed, dat past bij een normaal functionerende markt. Op Kanaleneiland is een ander spel gespeeld en dat met behulp van een SP-wethouder.
Gelukkig staat nu ook vast, dat de verguisde hoogbouw-meuk van de wederopbouw kapitaal vriendelijk is geworden en de sloopkogel kan afkopen.